Familie de Merode te Ronse (18°eeuw)

De aanwezigheid van de familie de Merode in Ronse (18°eeuw)

In 1745 wordt het kasteel van Ronse, gebouwd in 1630 door de familie van Nassau-Siegen , na jarenlange discussie omtrent erfenisrechten van de baronie, aangekocht door de familie de Merode-Westerlo. Er wordt na die aankoop een grote intocht in Ronse georganiseerd. Verschillende auteurs vermelden echter dat de familie de Merode na hun intocht nooit het kasteel hebben bewoond.(1)(4) 

Een bewijs van ‘een aanwezigheid’ op het kasteel van Ronse vinden we terug in de parochieregister van St Martinus. In de overlijdensregister staat een begrafenis vermeld op 20 januari 1767 van Zijne Excellentie Maria Josepha gravin de Merode. Deze enkele latijnse woorden “Rothnaci obiit is castro suo”, gestorven in haar kasteel, bewijzen haar aanwezigheid te Ronse. Zij was de dochter van graaf Jan Filip Eugeen de Merode, veldmaarschalk van de Zuidelijke Nederlanden en Charlotte Nassau-Hadamar. Haar broers waren baron van Ronse. Ze wordt begraven in de St Martinuskerk in het koor in een nieuwe grafkelder. Dit graf in de kerk is nu verdwenen door de verlaging van de vloer van ong. 0,75m bij de nieuwe bestemmingen die de kerk kreeg en waar de huidige grafsteen zich nu bevindt is onbekend.(6) Geboren op 21 februari 1732 was ze amper 35jaar oud toen ze stierf.  “Een nieuw gebouwde grafkelder”, wat erop wijst dat er geen andere familieleden reeds begraven lagen in de kerk. Haar 2 oudere zussen, Johanna Christina en Maria Theresia de Merode zijn terug te vinden in de kapittellijsten van Thorn.(3) Kris De Winter vermeldt hieromtrent echter dat deze beide oudere zussen ingeschreven zijn in de Franse stift van Maubeuge en de derde zus Maria Felicita de Merode in Thorn.(5). Maria Josepha de Merode zou door bemiddeling van een groottante, Jeanne Baptiste prinses van Nassau, barones van Ronse, in 1739 een plaats krijgen in het stift St Waudra (St Waldetrudis) te Mons. De moeder, Charlotte van Nassau-Hadamar, verkeerde in een diepe depressie na de dood van haar man en kon de kinderen heel moeilijk opvoeden. De kinderen kregen toen 2 voogden waaronder Philippe-Francois de Rubempré.

Deze beknopte stamboom geeft de relatie weer tussen Maria Josepha de Merode en haar groottante Jeanne Baptiste van Nassau, die voor haar bemiddelde in het stift.

De moeder van Maria Josepha de Merode, Charlotte van Nassau-Hadamar, sterft in 1740. Maria Josepha de Merode was toen amper 8 jaar en blijft ze op zeer jonge leeftijd ouderloos achter. Waarschijnlijk heeft zij de rest van haar jeugd doorgebracht op het stift van Mons en misschien deels bij haar groottante op het kasteel te Ronse waar ze in 1767 overlijdt.

In 1772 wordt er in het kasteel toneel gespeeld. De opvoering van ‘Beatrix’ wordt opgedragen “ Aen Zijne Excellentie M’her M’her Philippus Maximilianus Grave van Merode…”.(2) Meer dan een beleefdtijdsvorm om voor het gebruik van het kasteel te bedanken zal dit niet zijn. De graaf zal wel niet aanwezig geweest zijn. Op 13 feb 1799 werd door de Franse bezetters beslag gelegd op de bezittingen van de graaf van Merode te Ronse.

Eveneens in 1772, op 3 juli wordt Franciscus Josephus Kindt gedoopt in de St Martinuskerk met als ouders : Daniel Kindt en Judoca Demerode, +Ronse, 24.1.1803. Wat het familiaal verband is tussen deze Demerode  en de hoger beschreven kasteeleigenaars is nog onbekend.

____________________________________________________________

Referentie’s

(1)   nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_van_Ronse

(2)   Germain De Rouck, Ronse…de tijd langs, ZV-Trefcenter, Ronse, 1983

(3)   Jolien Cremers, Het intieme leven van het adelijke gezin  Merode en Hadamar, Leuven, Acco, 2004

(4)   Eric Devos, De baronie van Ronse, www.theologienet.nl

(5)   Kris De Winter, Westerlo land van Merode, Westerlo, heemkring Ansfried, 2000

(6)  Guy Gadeyne, Verdwenen grafschriften in en bij de Ronsese kerken en kapellen, Annalen 2015, GOKRTI, Ronse, 2015

(7)  J&J Deconinck, Rijksarchief Ronse, Famille de Merode, GOKRTI annalen , Ronse, 1965